De waterduivel van Brugge, het 26ste boek van jeugdschrijver Patrick Lagrou

De waterduivel van Brugge

 

 

 

 

KORTE INHOUD:

Voor Jonas en Tobias begint straks de grote vakantie. Brugge, de stad waar zij wonen, staat voor een nieuw toeristisch seizoen. Veel Bruggelingen kijken daar niet echt naar uit. De horden toeristen maken het dagelijkse leven er namelijk niet gemakkelijker op. Maar voor de handelaren zijn de verwachtingen natuurlijk hooggespannen. Op een nacht verdwijnt een toerist in de Brugse reien. Jonas en Tobias zijn de eersten die de ware aard van de vijand ontdekken, maar de mensen geloven hen niet. Pas als de nood het hoogst is, wordt er naar hen geluisterd. Maar dan is het al te laat …  

'De waterduivel van Brugge', een spannend nieuw griezelverhaal van Bruggeling Patrick Lagrou. Na het lezen ervan zul je de stad met andere ogen bekijken!

 

 

Even een voorsmaakje van de tekst?

Wat er vooraf gebeurde: Jonas en Tobias zijn met hun nieuwe kano in de ondergrondse reien van Brugge doorgedrongen. Op een bepaald ogenblik kunnen ze echter niet meer verder en moeten ze terugkeren...

De terugtocht onder de overwelfde Kraanrei verliep zonder problemen. In de verte zag Jonas al een spleetje licht van buiten. Maar toen ze de plaats bereikten waar de open riool aan de linkerkant in de wand verdween, begon Tobias af te remmen.
        
'En als we nu nog eens snel daar een kijkje gingen nemen?” riep hij.
        
'In die riool?” riep Jonas.
        
'Ja, wie weet waar dat uitkomt?”
        
'Maar dan moeten we onze boot hier achterlaten,” zei Jonas.
        
'Natuurlijk, want in die buis kunnen we gewoon lopen. Onze voeten zullen amper onder water staan.”
        
'Maar is dat wel zo veilig?”
        
'Wie zal er ons wel komen pakken? Jouw krokodil misschien?”
        
Jonas zweeg. Als zijn broer iets voor ogen had, dan was het bijna onmogelijk om het hem uit zijn hoofd te praten. De jongen gaf dan maar toe. Hopelijk zou hij het zich nadien niet beklagen.
        
Onmiddellijk trok Tobias zich op aan een roestige ring die in de wand vastgeankerd zat. Zijn broer volgde zijn voorbeeld en gebruikte diezelfde ring om de kano aan vast te meren.
        
De pijp waarin ze terecht waren gekomen, was nauwelijks hoog genoeg om in recht te staan. Heel behoedzaam stapten ze vooruit.
        
Net op het ogenblik dat Jonas zich begon af te vragen waar ze zouden uitkomen, bereikten ze een andere riool. Ze konden zowel naar links als naar rechts.
        
'En nu?” vroeg Jonas. 'Dit stuk behoort tot het moderne riolenstelsel van Brugge. Het is toch niet jouw bedoeling om daar verder in rond te dwalen?”
        
'Toch wel!” riep Tobias. 'Voor een keer dat we de gelegenheid hebben. Daar moeten we van profiteren. Zo’n kans krijgen we niet elke dag.”
        
'Maar hier valt niets te beleven. Bovendien begint het hier opnieuw te stinken. En als we verder willen gaan, moeten we nog meer door water en modder ploeteren.”
        
'En onze laarzen? Waarvoor hebben we die anders meegenomen?”
        
Jonas besefte dat het geen zin had zijn broer op andere ideeën te brengen. Desnoods zou die alleen gaan.
        
'Oké,” gaf hij toe, 'een klein eindje dan maar. Ik zou hier zeker niet willen verdwalen.”
        
'Dat zullen ook niet,” riep Tobias. 'Let maar goed op.”
        
Zonder nog een woord te zeggen koos de jongen voor de linkerkant. Hij stapte de riool in, onmiddellijk gevolgd door zijn broer.
        
Zo voorzichtig mogelijk probeerden ze vooruit te komen. Gelukkig voor hen bleef het waterpeil op hetzelfde niveau. Toch begon Jonas zich opeens af te vragen wat er zou gebeuren als het buiten plotseling begon te regenen. Zouden ze dan door de vloedgolf worden meegesleurd?
        
Ondertussen zette het tweetal langzaam ploeterend zijn weg verder. Ze hadden al een goeie honderd meter afgelegd, toen Jonas opeens een totaal andere geur begon op te snuiven. Waar had hij zoiets nog geroken?
        
Aarzelend zette de jongen zijn weg verder, maar die geur werd alsmaar sterker. Toen wist hij opeens waar die vandaan kwam. Dat groene slijm dat hij gisteren bij hun kapotte aanlegsteiger had gevonden. Dat was de stank ervan!
        
'Tobias,” zei hij terstond, 'wacht eens…”
        
'Maar waarom? We schieten net zo goed op!”
        
Precies op dat moment zag Jonas in het licht van zijn lamp de afdruk van een grote klauw in de modder vlak voor hen.
        
'En dit dan?” vroeg hij.
        
'Euh… Jonas,” zei Tobias nu weifelend, 'zouden in deze riolen misschien dan toch krokodillen kunnen zitten?”
        
'Ik weet het niet. Maar zouden we nu niet beter terugkeren?”
        
Nog voordat Tobias een antwoord kon geven, hoorden ze opeens een reeks flipflap-geluiden. Het was net alsof er daar in de donkere verte een duiker met zwemvinnen aan vooruit probeerde te komen. Maar Jonas besefte onmiddellijk dat dit allesbehalve een duiker kon zijn. Het was iets heel anders. En dat iets bewoog zich nu in hun richting…

 

 

Hoe is dit boek ontstaan?

Brugge is de stad waar ik geboren ben en waar ik het grootste deel van mijn leven ben blijven wonen. Toch had ik de gewoonte om bijna elk jaar naar een ander deel van de wereld op reis te trekken. Dat was elke keer een fantastische onderneming. Maar nadien was ik toch heel blij om telkenmale naar de mooiste stad van het land te mogen terugkeren.

Mijn liefde voor Brugge uitte zich al op heel jonge leeftijd. Ik was toen al ontzettend nieuwsgierig. Deze middeleeuwse stad was dan ook uitstekend geschikt om deze nieuwsgierigheid ruimschoots te bevredigen. Net zoals later de wereld, wilde ik als jong kereltje elk hoekje van de stad ontdekken en verkennen. Regelmatig ben ik toen binnengedrongen op plaatsen waar dat verboden en zelfs heel gevaarlijk was: van afgesloten kelders tot in hoge torens, van bouwvallige huizen tot diep in de ondergrondse reien en riolen. Er waren maar weinig plaatsen die voor mij onbekend bleven. Zelfs de reien van de stad heb ik toen regelmatig met de kano afgevaren.

Na zovele boeken over prachtige streken van elders in de wereld te hebben geschreven, kon het dan ook niet uitblijven dat Brugge uiteindelijk ook aan bod kwam. Voor een volgend griezelverhaal zou het een prachtige locatie worden. Er was veel water en veel ondergrondse ruimte voor handen. De grote tegenstander werd dan ook een watermonster of een waterduivel. Om die figuur in het hedendaagse Brugge te kunnen opnemen, heb ik twee bestaande Brugse legendes met elkaar gecombineerd. Enerzijds het beroemde spookverhaal van het huis aan de Augustijnenrei, anderzijds de geschiedenis van Willem van Saeftinge.

Voor de rest ben ik er heel trots op dat zowat alle plaatsen uit het verhaal echt zijn. Wie het boek aandachtig gelezen heeft, kan met een kaart van Brugge (zelfs met het kaartje uit de schutbladen) alle locaties gemakkelijk terugvinden. Misschien een tip voor een volgende dag- of schooluitstap. En wie leuke foto’s heeft gemaakt, mag die altijd opsturen. De beste krijgen gegarandeerd een plaatsje op deze site!

Patrick Lagrou.

VOOR MEER INFORMATIE OVER DE ACHTERGRONDEN VAN DIT VERHAAL:

KLIK HIER

 

En hoe vonden jullie 'De waterduivel van Brugge'?

KLIK HIER om je eigen mening weer te geven

KLIK HIER om de mening van anderen te lezen

 

 

 

Terug naar de BIBLIOTHEEK