Vampiersoep, het 28ste boek van jeugdschrijver Patrick Lagrou

Vampiersoep

 

 

KORTE INHOUD:

Molly, Freddy en Andy zijn leerlingen van een heel strenge hotelschool aan de kust. Het drietal zucht onder de lessen en onder het meedogenloze regime van de tirannieke directeur. Maar op een avond stoot een grafdelver in de duinen op een heel geheimzinnig graf. Hij haalt een bijna ongeschonden doodskist boven en opent hem?Vanaf dat moment krijgen de leerlingen van de hotelschool het ene bloederige recept na het andere te verwerken.

Deze 'Vampiersoep', voor u opgediend door griezelschrijver Patrick Lagrou, is een verhaal om écht van te smullen! 

Even een voorsmaakje van de tekst?

Wat er vooraf gebeurde: De grafdelver Max Drecq is ondanks het invallen van de avond nog steeds bezig met het openbreken van een graf. Uiteindelijk slaagt hij erin de kist boven te halen en open te breken...

Zijn stoutste verwachtingen waren overtroffen. Nooit had Max Drecq zich durven voorstellen dat er zoveel in die doodskist zou zitten. Maar goed dat Wardje een oude aardappelzak had meegenomen om alle gereedschap in te stoppen. Die lege zak zou hij kunnen gebruiken om de buit in op te bergen.
            Maar eerst moest hij die knekelput zien te bereiken. Als hij zich niet vergiste, was die niet ver meer. Hij zag geen hand voor ogen. De mist was zo dicht geworden dat je hem bijna in plakjes kon snijden. Een gewone bezoeker was op dit kerkhof al lang hopeloos verdwaald. Zelfs Max Drecq had daarnet nog bijna de verkeerde richting genomen. Maar nu liep hij de goede kant op. Hij liep langs het bordje met de tekst ‘Verboden toegang voor onbevoegden’. Gelukkig was hij zelf sinds jaar en dag bevoegd om verder te gaan. En straks zou hij nog veel verder gaan dan hij mocht.
           
Ondanks de klamme kou gutste het zweet van zijn rug. Het had hem aardig wat energie gekost om die lijkkist met alles erop en eraan in de kruiwagen te krijgen. En de tocht over deze nevelige begraafplaats vergde heel wat van zijn oriëntatievermogen. Maar straks zou hij de vruchten plukken van zijn gezwoeg. Met een rijke buit zou hij vanavond thuiskomen. Natuurlijk moest hij eerst alle sporen van zijn daad perfect uitwissen. Gelukkig was er de knekelput. Die kon trouwens niet ver meer zijn …
           
Opeens leek de kruiwagen met zijn zware lading er op eigen houtje vandoor te gaan. Max Drecq moest zicht tot het uiterste inspannen om het voertuig tegen te houden. Anders was hij met kruiwagen en al in de knekelput gesukkeld. Door die dichte mist had hij niet gezien dat hij al bij de rand stond. De nevels die als sluiers over de begraafplaats hingen, hadden hem vanavond al enkele keren op het verkeerde spoor gezet. Alsof iemand hem probeerde tegen te houden, of hem voor iets heel ergs wilde waarschuwen. Maar Max Drecq had zich niet laten afleiden, hij was onafgebroken met zijn gedachten bij de inhoud van de kist gebleven.
           
Ongeduldig rukte hij het deksel los. Straks zou hij er de zilveren spijkers uit kloppen. Maar eerst moest hij dat lijk uit de weg ruimen.
           
Voor de tweede keer in nog geen halfuur tijd staarde de grafdelver naar het bleke gezicht van het lijk in de kist. Had hij dat graf van Nicolai Snotferatoe niet al zijn hele leven gekend, dan had hij gezworen dat die vent vandaag pas was gestorven. In deze kist had de grafdelver geen skelet, geen ontbindend lijk en zelfs geen uitgedroogde mummie gevonden, maar wel iemand die er nog zo gaaf uitzag alsof hij elk moment weer overeind kon gaan zitten. Max Drecq huiverde even bij die gedachte. Maar toen wuifde hij die mogelijkheid weg − hij had al te veel doden gezien om zoiets nog te geloven.
           
In deze kist lag nog iets anders, dat héél veel waarde had … ontelbare zilverstukken bedekten de bodem. Alleen dat verdomde lijk lag nog in de weg. Maar daar zou Max Drecq zich even snel van ontdoen.
           
Toen hij de kist voor de eerste keer had geopend, was het hem onmiddellijk opgevallen dat die Snotferatoe in erg keurige kleren was begraven. Het leek alsof de man zijn hele leven als ober in een poepchique restaurant had gewerkt. Net zoals de man zelf had ook zijn keurige, zwarte pak de tand des tijds bijzonder goed doorstaan. Alleen die vreemde kapmantel paste er niet bij. Maar die kwam wel bijzonder goed van pas om het lijk erin te wikkelen en in de knekelput te gooien. Daarna enkele scheppen ongebluste kalk erover en niemand, zelfs Wardje niet, zou het verschil met de andere lijken nog merken.
           
De grafdelver boog zich voorover om het lijk uit de kist te halen en op de grond te leggen. Hij stak zijn handen onder de oksels, trok het stoffelijk overschot naar zich toe en kwam overeind. Het viel hem op dat het lijk opeens minder leek te wegen. Op dat moment begon voor Max Drecq een ware nachtmerrie ...
           
De grafdelver wilde het lijk neerleggen, maar het bleef opeens op eigen benen staan. Ontzet liet Max Drecq los wat hij vasthad en angstig deinsde hij achteruit. Dodelijk verschrikt zag hij hoe het lijk van Nicolai Snotferatoe weer tot leven kwam. De ogen openden zich en twee bloedrode kijkers staarden hem aan. De dunne lippen plooiden zich tot een grijnslach en weken uiteen tot ze twee vlijmscherpe hoektanden ontblootten.
           
Als versteend bleef Max Drecq staan. Hij wilde wegvluchten, maar zijn spieren werkten niet meer. Hij was verstijfd van de schrik, zoals een konijn dat door een cobra wordt bedreigd.
           
Toen schreed Nicolai Snotferatoe traag maar zeker in de richting van de van angst verlamde grafdelver. Zijn wijde kapmantel vouwde zich langzaam open als de vleugels van een reusachtige vleermuis. Hij strekte zijn armen uit zodat de sneeuwwitte manchetten met zilveren knopen te voorschijn kwamen. Maar Max Drecq had geen oog meer voor zilver. Koortsachtig zocht hij de omgeving af naar een uitweg om aan dat schrikwekkende wezen te ontsnappen. Maar het volgende ogenblik had Nicolai Snotferatoe hem al beet. De rollen waren omgekeerd.
           
Alsof hij zelf een uitgedroogde mummie was, werd de grafdelver de hoogte in gehesen. Hij schreeuwde als een varken dat werd gekeeld. Maar de dichte mist dempte alle klanken. Niemand kon horen welk drama zich op de begraafplaats afspeelde.
           
Nicolai Snotferatoe draaide zich om en liep als een krachtpatser uit een circus met zijn slachtoffer naar de rand van de knekelput. Hij lachte zijn scherpe hoektanden nogmaals bloot en plantte ze in de hals van zijn slachtoffer. Minutenlang bleef hij zuigen. De spartelende grafdelver voelde hoe zijn krachten wegvloeiden. Hij werd nog bleker dan zijn aanvaller.
           
Toen er aan de maaltijd een einde kwam, gebeurde het ... Met een bijna onvoorstelbare kracht gooide Snotferatoe zijn slachtoffer de knekelput in. Max Drecq kwam met zijn nek tegen de rand van een lijkkist terecht en hoorde nog even die laatste krak. Toen was de grafdelver, die bijna zijn hele leven tussen de doden had doorgebracht, zelf een van hen …

Hoe is dit boek ontstaan?

Tot op heden waren bijna alle figuren uit de wereld van de griezel in een van mijn boeken mooi aan bod gekomen: heksen, spoken, weerwolven, demonen, zombies, mummies, duivels, monsters… Maar met uitzondering van een kleine rol in ‘Griezels op school’ ontbraken de vampiers. Daar was ik me terdege van bewust geworden. Dus zocht ik naar een uitstekend verhaal waarin vampiers naar hartelust konden meespelen. 

Deze zoektocht duurde echter langer dan verwacht. Totdat ik op een dag een onaangename ervaring had met een hotelschool. Een dergelijke school aan de kust had mij voor een lezing uitgenodigd. Maar toen puntje bij paaltje kwam, werd die enkele dagen op voorhand afgezegd. De directie ging er daar blijkbaar van uit dat voor een auteurslezing niet moet worden betaald. 

Maar de ontgoocheling duurde niet lang. Door dit voorval had ik eigenlijk alle achtergronden voor mijn verhaal aangeboden gekregen: een school met een onvriendelijke directie, een sombere abdij in de duinen die als school kan dienen en een school waar men ook eten leert bereiden. Dit allemaal kan alleen maar vampiers aantrekken, vooral als ze verlekkerd zijn op bloed en alle aanverwante gerechten. Veel meer had ik niet nodig om een knotsgek en spannend verhaal te kunnen schrijven. 

En jawel, ook in dit verhaal wordt er een schrijver op school uitgenodigd om enkele dagen voor de geplande lezing te worden afgezegd! Zo zie je maar dat een onaangename ervaring ook nog zijn goede kanten kan hebben. Eigenlijk zou ik die directeur heel dankbaar moeten zijn.

Patrick Lagrou.

VOOR MEER INFORMATIE OVER DE ACHTERGRONDEN VAN DIT VERHAAL: KLIK HIER

En hoe vonden jullie 'Vampiersoep'?

KLIK HIER om je eigen mening weer te geven

KLIK HIER om de mening van anderen te lezen

 

 

 

Terug naar de BIBLIOTHEEK